hazard warning light

Voor vele nog steeds een een moeilijk te bevatten deel van de Morris. Hier vind je hulp.

Moderators: Michel, Willem

Plaats reactie
geert
Morris vriend
Berichten: 15
Lid geworden op: di 29 apr 2008 20:23:06
Locatie: Burgh-Haamstede

hazard warning light

Bericht door geert »

Hallo!

Ik had bedacht dat het wel leuk zou zijn als er waarschuwingslichten op de Minor zouden komen (een Morris krijgt natuurlijk nooit pech!!, maar toch).
Zodoende heb ik in Engeland een "Hazard Warning Light" schakelaar besteld, waar het relais al bij in zit...alleen het lukt me niet om het ding aan te sluiten.
Er zitten zes draden aan:

1 zwarte
1 paarse
1 groen/witte
1 groene
1 groen/rode
1 groen/paarse

De zwarte is aarde, dat is mij duidelijk.
De paarse heb ik gekoppeld aan de continue (paarse) min achter het Dash
maar dan?!?!?

Wanneer ik de overige 4 draden aansluit op de overeenkomende kleuren van de richtingaanwijzer werkt alles behalve linker pinkers, bij het inschakelen van de waarschuwingslichten...Dat is niet de bedoeling.

Iemand ervaringen/suggesties?

Groet,

geert
Morris Minor; The world`s biggest small car!!

1967 Trafalgar blue convertible
Michel
Webmaster
Berichten: 163
Lid geworden op: ma 30 apr 2007 21:38:47
Locatie: Renkum

Bericht door Michel »

Hoi Geert,

Op welke locatie heb je de draden aangesloten? Vlak achter de knipperlicht automaat of bij de lampen?

Groeten Michel
Credo quia absurdum
geert
Morris vriend
Berichten: 15
Lid geworden op: di 29 apr 2008 20:23:06
Locatie: Burgh-Haamstede

Bericht door geert »

Michel,

Bedankt voor je reactie. Gelukkig heb ik het euvel al gevonden, na errrg lang zoekwerk bleek de fout in de nagelnieuwe schakelaar te zitten, dat kon eigenlijk ook niet anders. Hier zaten twee draden af fabriek verkeerd aangesloten.
Wat is het eigenlijk toch vaak dat er aan nieuwe onderdelen uit Engeland (lees India of Sri lanka) iets mankeert.....QC is daar ver te zoeken geloof ik, maarja dat maakt het wel goedkoop én bovenal leverbaar!

Groeten,

Geert
Morris Minor; The world`s biggest small car!!

1967 Trafalgar blue convertible
KEEPONMINORING
Vast meubelstuk van het forum
Berichten: 1233
Lid geworden op: ma 14 apr 2008 21:19:06
Locatie: ZEIST

Let there bee light!!

Bericht door KEEPONMINORING »

Ik weet me vaag te herinneren dat René Vinke zulks een installatie op zijn Traveller heeft zitten waarbij de remlichten en richtingslichten elkaar afwisselen in uit en aan gaan.
Deze stroomfanaat zal je ongetwijfeld verder bereidwillig van dienst kunnen zijn.
Redactie Minorage
Berichten: 5
Lid geworden op: di 21 dec 2010 22:06:32

Artikel René Vinke - December 2010

Bericht door Redactie Minorage »

Voorschrift van de redactie:
Onderstaand artikel aan hand van René Vinke is verschenen in de Minorage van December 2010, onder de titel 'Hazard (gevaren) schakeling op knipperlichten voor en achter'.

Noot 31 dec - Momenteel is enkel de platte tekst ingekopieerd omdat uw redacteur op het punt staat naar een nieuwjaarfeest te gaan. De foto's, schakelingen en vetgedrukte accenten van René zullen nog worden toegevoegd.


De in onderstaand schema toegepaste extra onderdelen zijn:
1) 2 stuks dioden (6 Ampère elk) type FR607 DC of equivalente typen. (ca. €.1,50 p.st). Een diode is een z.g. halfgeleider, d.w.z. dat de stroom maar in één richting door dit onderdeel wordt doorgelaten. De andere richting wordt gesperd.
2) 1 stuks dubbelpolige omschakelaar (ca. €. 4,50) voor het wisselen van de voeding naar de knipperlicht installatie van na naar voor het “IGN”- contact.
3) 1 stuks signaallamphouder met lampje (ca. €. 2,00) en een paneeltje.

Beschrijving:
Het schema staat getekend voor installatie met de minpool van de accu aan massa. Als de schakeling bestemd is voor een plus aan massa installatie dan moeten de dioden (getekend met de kathode als korte dwarsstreep, terwijl de “toeter” naar boven de anode is) van polariteit worden omgedraaid. De zilverkleurige ringen op de dioden op de foto zijn de kathoden.

Afbeelding

In stand twee van de schakelaar gaat de stroom naar de clignateur (knipperautomaat) pen (B = battery of X) alleen via de aansluitingen (3) en (2) als in de originele schakeling voor de normale richting aanwijzing.

In stand één van de schakelaar loopt de stroom buiten het contactslot om en alleen via aansluitpunt (1) en (2) naar de clignateur waardoor bij b.v. motorpech geen spanning op de ontsteking en benzinepomp staat. Dus ook bij afgezet contact blijven alle RAW-lampen knipperen. De puls van die automaat (op pen L=lamps) wordt via (5), en (4) op de verklikkerlamp en over de dioden op de vier knipperlichten gezet. (Hazard-stand).


N.B.: Aansluitklem (6) wordt niet gebruikt.

Foto 1: Duidelijk zichtbaar is de aansluiting van de kathode (zilveren ring op de diode-behuizing) aangegeven. Als de schakeling niet werkt dan zijn waarschijnlijk de dioden verkeerd aangesloten. Wissel dan de dioden in de bedrading om. De aangegeven typen zijn tegen verkeerde polariteit bestand. Het z.g. kroonsteentje dient voor aansluiting aan de richtingaanwijzerlampen.



Foto 2: Inbouw in onze MM Tourer. Door aanwezigheid van een z.g. “MC-bakkie” aan de bestuurderszijde was daar geen plaats voor montage van het Hazard-paneeltje!

Naschrift:
De installatie is op de Tourer getest bij normaal wisselende boordspanning ca 12-16 volt, originele clignateur type FL5 (42 Watt) en op de Traveller de elektronische Tridon HD13 20A/240W en de RAW’s elk 21 W.

Toelichting op vragen of opmerkingen van cursisten in Barneveld:



Eerste vraag:


Ziet er best eenvoudig uit om te maken. Ik denk dat het een zeer waardevolle toevoeging biedt als je de kleuren van de draden die verlegd of onderbroken of aangetakt moeten worden vermeldt.



Antwoord: Normaal gesproken trek ik mij van de kleurcodes op de draden van de Minor niet veel aan. De diverse eigenaren hebben in de loop der jaren vaak allerlei kleuren draden verwerkt of ze zijn zodanig verkleurd of vervuild, dat storing zoeken of andere werkzaamheden niet eenvoudig maken. Meten is meestal weten…gissen is missen.

Maar goed, hier het nadere antwoord op jouw vraag: De groene draad (nr.17 in het schema van het engelse WP-boek) is de voeding NA het ontstekingscontact. Die staat dus nomaal niet op spanning als het contact uit staat. Knip na enig zoeken die draad achter het dashbordkastje, die naar de terminal (X) of (B-battery) van de clignateur gaat, door en maak een nieuwe draad daar aan naar pen (3) van de nieuwe dubbelpolige schakelaar. De andere kant van de afgeknipte draad monteer je aan pen (2), die naar terminal “B” van de clignateur gaat.

Natuurlijk kan je ook in plaats van achter het dashbord de aansluiting net voor de clignateur doorknippen etc. In stand 2 van de schakelaar zijn de pennen (2) en (3) elektrisch met elkaar verbonden en de 12 Volt komt normaal van NA het contactslot op de clignateur voor normale werking van de RAW’s, De groen/bruine draad aan de terminal (L=lamps) van de clignateur verbindt je met pen (5) van de nieuwe schakelaar. In stand 2 van de schakelaar is nu pen (5) met pen (6) doorverbonden. Maar aan die laatste zit geen verbinding dus blijft (L) normaal met de stand van de richtingaanwijsschakelaar functioneren.

Vervolgens doe je hetzelfde met de bruin/blauwe draad, die van de spanningregelaar naar de schakelaar van de verlichting loopt (pennetje (A) op de schakelaar. In stand 1 (alarmstand) van de nieuwe schakelaar heb je nu 12 Volt VOOR het contact, dus altijd spanning op de alarmstand. Pen (1) en (2) zijn dan doorverbonden. In diezelfde stand wordt de puls via pen (5) en (4) aan alle RAW’s doorgegeven.

Tweede vraag:


Aansluiting 5 komt van de clignoteurautomaat. Aansluiting 2 gaat naar de richtingaanwijzer hendel aan het stuur. Klopt dat?


Antwoord: Nee, dat laatste niet! Die pen (2) heeft zuiver te maken met de omschakeling van de voeding. In stand 2 wordt die als in het origineel aan de clignateur overgedragen en in stand 1 komt de voeding van VOOR het contactslot!


Verder voor de duidelijkheid: De 12 Volt gaat in de normale richingaanwijsstand via het contactslot naar de (B of X) pen van de clignateur en vandaar over zijn pen (L) naar de RAW-schakelaar, waarna de stroom over die set lampen gaat, die bij de gekozen richtingaanwijzing behoort. Tenslotte gaat de stroom naar massa. ATTENTIE: Dit geldt niet voor wagens, die nog met een originele relaiskast in het gecombineerde richtingaanwijzing/remlicht circuit uitgerust zijn. Gelukkig is die kast uit de meeste Minors in ons land verwijderd.

Derde vraag:

Wat ik niet begrijp is: de clignoteurautomaat geeft toch alleen puls bij ingeschakeld contact? Hoe werkt het dan bij uitgeschakeld contact?


Antwoord:

Zie hierboven.

Uitbreiding van deze schakeling waarbij de richtingaanwijslampen (RAW’s) beurtelings knipperen met de stop- of remlichten.

De zichtbaarheid aan de achterzijde van de Morris en daaarmede de veiligheid wordt aanmerkelijk verbeterd door ook de remlichten om beurten met de richting aanwijslampen mee te laten knipperen. Dit wordt bereikt met een extra volgcircuitje.

Het schema:
Het aansluitblokje kan worden gebruikt als de onderdelen separaat in een een apart kastje worden gemonteerd. De bovenste aansluiting komt aan massa, daaronder resp. de puls van contact 4 van de schakelaar in de schakeling hierboven, dan S.L. aan de stoplichten na de schakelaar in de remleiding onder bij de radiateur (groen/paarse draad) en de 12 Volt aansluiting daaronder aan pen 1 van de schakelaar in het eerste schema.

Echter bij integratie in de voorgaande circuit komt dit kastje te vervallen. Het verdient aanbeveling ook zekeringen in het eerste schema op te nemen om het geheel te beschermen. De schakelaar in dit laatste circuit kan praktisch zijn indien soms alleen de RAW’s moeten knipperen (zie naschrift).
Het relais nummer 2 is in dit schema vervallen.



Er is gekozen voor mechanische relais omdat de schakeling dan eenvoudig ook voor plus aan massa systemen kan worden gebruikt. In dat geval moet alleen de polariteit van de condensator (C) worden omgekeerd (aangesloten). De capaciteit van de condensator is d.m.v. de “trial and error"-methode vastgesteld. Bij parallelschakeling met de stuurspoel van dit type gangbaar relais (80 Ohm gemeten), is dat 2200 microFarad (µF).


Voor extra zichtbaarheid kan een 3e remlicht probleemloos mede worden aangesloten. In dat geval moet de zekering naar 10 Amp. worden verhoogd.



In het schema betekent n.o. =normally open, n.c.= normally closed bij onbekrachtigd relais en m.c.= moedercontact.

Tip voor het nabouwen:
Het verdient altijd aanbeveling de gemaakte verbindingen in wat meer complexe bedradingen op het schema door te krassen. Zo voorkom je vergeten bedrading of doubleringen!!!

De werking:
De condensator is in deze schakeling van groot belang! Een condensator heeft o.a. de eigenschap, dat het energie in zich kan opslaan en weer afgeven. Hij heeft daarbij ook een bepaalde zelfontladingstijd, die in dit geval niet zo belangrijk is. In parallel met een weerstand (in dit circuit de stuurspoel van dit relais) zal de spanning van de condensator via die weerstand wegvloeien. Deze combinatie heet een RC (weerstand/condensator-combinatie) en vormt de basis van een tijdschakelaar. Hoe groter de weerstand des te langer is de ontladingstijd en hoe hoger de waarde van de condensator des te langer is eveneens de ontladingstijd.

Als de gehele Hazard installatie buiten bedrijf is zal de 12 Volt via het moedercontact van relais 1 alleen op het moedercontact van relais 3 worden gezet. Wordt de schakelaar in het eerste schema aangezet dan zullen de RAW’s gaan pulseren. Deze puls bekrachtigt dan de stuurspoel van het eerste relais en het contact slaat om. De 12 Volt op m.c. van relais 3 wordt onderbroken, maar via het maakcontact van R1 wordt de stuurspoel van relais 3 bekrachtigd en het contact daarvan zal ook omslaan.

De stoplichten worden met n.o. van relais 1 verbonden waarvan echter door de omschakeling de doorgave van de 12 V is afgevallen. Inmiddels is de spanning in de condensator voldoende opgeladen om het contact tussen m.c. en n.o. van relais 3 vast te houden. In wezen zullen de stoplichten dus geen spanning krijgen zolang de pulsspanning heerst en de RAW’s branden. Als nu de puls wegvalt zullen de RAW’s doven en de stuurspoel van relais 1 komt spanningsloos. Het contact valt terug, de spanning op de stuurspoel van relais 3 wordt verbroken en nu zal tevens de 12 Volt weer via n.c. van relais 1 op het m.c. van relais 3 worden hersteld. De stoplichten zullen gaan branden, want het contact is immers nog gesloten, doordat de condensator zijn opgeladen spanning nog aan de stuurspoel van relais 3 afgeeft. Als die lading zodanig is verzwakt dat het contact niet meer gesloten kan worden gehouden, zal het contact weer naar de ruststand omslaan.

Maar, let op! …. Zodra de pulsspanning weer op dit circuit terugkeert, m..a.w. de RAW’s weer op hun beurt gaan branden, zal R1 weer omslaan en 12 Volt op de spoel van R3 worden gezet, terwijl de 12V naar de stoplichten door het openen van het contact van R1 wordt verbroken! De “hold-on”-tijd van C en R3 wordt dus tevens bepaald door de frequentie van de puls uit het eerste circuit en daarnaast door de ontladingstijd van de condensator!!!

Een bijkomend voordeel in deze schakeling is, dat de clignateur nauwelijks extra wordt belast. De stroom naar de stoplichten gaat immers niet door dit onderdeel, waardoor de knipperfrequentie van de RAW’s praktisch ongewijzigd blijft. Alleen die van de remlichten en het 3e remlicht kan wat langzamer worden bij het afnemen van de accuspanning. Bij te verwachten langdurig gebruik van de alarminstallatie, bij b.v. pech onderweg, kan het raadzaam zijn alleen het alarm van de remlichten uit te kunnen zetten om algehele uitval door “leeg raken” van de accu te voorkomen. Maar dan moet men wel trachten de wagen op een veilige plek te zetten!

Te koop bij o.a. Brezan:
Relais 1: Fabrikaat Ripaults, nr. 203227. 5-polig(blister) 12V/30A wisselcontact., Brezan artikelnr. 54.87.
Relais 3: Fabrikaat Yong Lin YL-314-A-12VDC/30A, 4-polig(blister) Brezan artikelnr. 54.86.


Te koop bij vrijwel alle elektronica onderdelenwinkels, o.a. Conrad: Condensator 2200 µF/ 25 Volt doorslagspanning of hoger. Koop 3 stuks totaal om eventueel parallel aan elkaar bij te kunnen monteren ingeval de knipperfrequentie van de remlichten niet aan de verwachtingen voldoet.


Totale kosten in dit geval, incl. 2 extra condensatoren, doch excl. schakelaartje (dubbelpolig aan/uit) en zekeringen: ca €. 25,00.

Naschrift:
Op onze Traveller met de clignateur HD13 werkt de installatie, met drie oude relais uit een rommeldoos, al jaren goed. Wel is een geringe afnemende knipperfrequentie van de remlichten na langdurig gebruik door o.a. een afnemende accuspanning merkbaar. Ook werkt de installatie op het demobord, eveneens met de HD13, naar behoren.



Het bijschakelen van een koplamp (45 Watt, 3,75 Amp!!!) als derde remlicht trekt zoveel stroom, dat de brandduur van de remlichten door warmteverliezen in de bedrading en relaisspoelen werd beïnvloed. Niettemin blijft het geheel aan de verwachtingen voldoen. Tegenwoordig zijn er gelukkig 3e remlichten met LED’s te koop, die veel licht uitstralen bij een minimale stroomafname.
De redactie van de Minorage plaatst geschikte artikelen op het forum om aanvullende discussie te faciliteren.
Plaats reactie